Stranden

Ons onderwerp is stranden. We vertellen over alle onderwerpen die met het strand te maken hebben:

 

we beginnen met de zeetemperatuur .

Als het weer koud is is de zee warm. En als het warm is is de zee koud. Het is lekker om te zwemmen als het boven de 20 graden is. 's Zomers is het water gemiddeld  20/22 graden. In de herfst is het 15  graden. In de winter kan het water ongeveer 4 graden worden, maar door het zout kan het water niet bevriezen.                   

Nu gaan we het over de duinen hebben.

De duinen  zijn ontstaan door de wind die het zand op een berg waaiden. Daarna zijn er door mensen plantjes op gezet ,zodat de bergen door de wind niet   weggewaaid worden. Als er geen duinen waren was Nederland nu onder water. Het duingebied van Texel is een afwisselend landschap met veel natte duinvalleien tussen droge duinen, bossen, heidevelden, kwelders en een uitgestrekte strandvlakte. Vele soorten planten en dieren hebben in dit mooie gebied hun plek gevonden. De weidsheid van zee en strand, de beslotenheid van bossen en het uitgestrekte duinlandschap maken van het Nationaal Park Duinen van Texel een prachtig gebied om te bezoeken en een waardevol gebied om te beschermen.
Het Nationaal Park beslaat grofweg het hele Texelse duingebied, inclusief zandplaat De Hors, de Texelse bossen en De Slufter. Het totale gebied heeft een grootte van ongeveer 4300 hectare. Het hele gebied laat sporen zien van intensief menselijk gebruik. Tot begin jaren ‘90 zijn de duinen gebruikt als militair oefenterrein. Maar naast granaatscherven en kogelhulzen uit het recente verleden zijn, met een beetje geluk, werktuigen van jagers uit de steentijd te vinden.

Nu gaan we het hebben over het afval op het strand.

Het meeste afval op het strand komt door de mensen zelf .Sommige mensen zijn te lui om naar een afvalbak te lopen als ze afval hebben. Afval op het strand is een grote bron van ergernis. Behalve ijswikkels en frietbakjes ontsieren grote hoeveelheden aangespoeld plastic de Nederlandse kust. Bij veel mensen is dat, van schepen afkomstige, vuil een doorn in het oog. Van alle rommel wordt overigens 21 procent door dagjesmensen achtergelaten. Een kwart van de ondervraagden zei 100 duizend euro te willen investeren in het schoonmaken van het strand, als ze de keuze zouden hebben. Dat vinden ze belangrijker dan het bestrijden van vervuiling en het beschermen van de natuur. Minimaal 40 procent van het aangespoelde afval is afkomstig van de vissersboten en de zeeschepen. Dat kan zelfs oplopen tot 76  procent, want de herkomst van een groot gedeelte van het vuilnis is onbekend. De scheepvaart moet nu in de havens betalen voor het achterlaten van afval. Dat zou volgens stichting De Noordzee gratis moeten worden. Mensen die op werken moeten schoonmaken en het afvalwater gooien ze overboord. AFVAL MOET IN DE AFVALBAK!!

Nu gaan we het hebben over de reddingsbrigade.          

Reddingsbrigade bewaakt een stuk Noordzee strand op het eiland Texel. Dit strand wordt alleen bewaakt in de zomer. De Nederlandse reddingsbrigade  is een overkoepelend orgaan van ongeveer 180 reddingsbrigades in Nederland. Samen tellen deze brigades ongeveer 30.000 leden. Deze organisatie staat ook wel bekend als de K.N.B.R.D. oftewel de Koninklijke Nederlandse Bond tot het Redden van Drenkelingen. Ook reddingsbrigade "De Breuly" is hierbij aangesloten.

EHBO reddingsbrigade.

 

....

Binnen de reddingsbrigade zijn we vooral bezig met het aanleren van vaardigheden die gericht zijn op het helpen van drenkelingen. Als brigadelid kom je ook situaties tegen, om en op het water, waarvoor de kennis over het redden van drenkelingen alléén niet genoeg is. Hierom beschikken wij over een afdeling die de Eerste Hulp Opleidingen verzorgt. (Vroeger EHBO.)

Het doel van de cursussen is dat we de leden van de reddingsbrigade leren hoe ze de eerste hulp kunnen verlenen aan de medemens, bij (plotseling) optredende gezondheidsstoornissen in de gezondheidstoestand, in afwachting op deskundige hulp. Deze doelstelling is niet alleen belangrijk bij het redden van drenkelingen maar ook in het dagelijks leven.

Zowel de eenheidscursus als de herhalingscursus wordt gehouden op de maandagavonden van 19.45u tot ongeveer 21.30u.
De cursussen worden gegeven volgens de eisen van Het Oranje Kruis en de Nederlandse Reanimatie Raad.

We gaan het nu hebben over vuurtorens.

Onze eerste vuurtoren stond bij Kijkduin. Het licht van deze toren kreeg men door hout en kolen te verbranden. In 1822 moest er een nieuwe toren komen en die werd midden op  Fort Kijkduin gebouwd, want dat fort was toen al klaar. De verlichting bestond uit 26 olielampen, met elk een reflector (een holle spiegel). Op 29 oktober van dat jaar brandde het licht voor het eerst en het was op ongeveer 10 km. afstand nog te zien. In 1853 werden deze lampen vervangen door een ander type met een lenzenstelsel. Een lens heeft hetzelfde effect als een reflector: het versterkt de lichtstraal in één richting. Deze ronde stenen toren was ongeveer46 meter hoog en stond ook nog bovenop een duin. 

In 1878 was de nieuwe vuurtoren, later de "Lange Jaap" genoemd, klaar. De nieuwe plek was iets ten noorden van Fort Kijkduin en het ontwerp was van hoofdconstructeur  Q. Harden. Het licht werd op 1 april van dat jaar voor het eerst aangestoken. 
In dat jaar was de gloeilamp nog maar pas uitgevonden en die was zeker niet geschikt voor een vuurtoren. De eerste lamp in de vuurtoren was een Argandse lamp, zo genoemd naar zijn uitvinder. Dit was niets anders dan een olielamp met een ronde pit, en een holle ruimte in het midden. De olielamp had stilstaande lenzen. In 1903 werd dat licht vervangen door een draaien lenzenstelsel, zodat de lichtbundels konden draaien, net als tegenwoordig. Dat lenzenstelsel dreef in een ronde bak met kwik, omdat het dan erg licht kon draaien met behulp van een uurwerk. (Kwik is een vloeibaar metaal, waar bijvoorbeeld een stalen kogel bovenop blijft drijven).
Ook toen al had de Lange Jaap een schitterlicht. Dat betekent dat het langer donker is dan licht. (Er zijn ook vuurtorens met onderbroken licht. In dat geval is het langer licht dan donker). In 1903 had onze vuurtoren 2 schitteringen in 10 seconden en het licht was op 36 km nog te zien.
In 1912 kwam er een verbeterde lamp en in 1924 kwam er voor het eerst elektrisch licht. Al deze verbeteringen zorgden ervoor dat het werk voor de vuurtorenwachter steeds gemakkelijker werd en bovendien werd het licht steeds sterker.
In 1940 werd het lenzenstelsel door de Duitse soldaten gesloopt en de vuurtoren kon vijf jaar geen licht meer geven. Dit werd gedaan vanwege de verduistering. Iedereen moest in die tijd zijn ramen verduisteren, want licht wees de Engelse en Amerikaanse bommenwerpers de weg. Dus een vuurtoren mocht zeker niet meer branden. Het heeft trouwens nog maar weinig gescheeld of de bezetters hadden de vuurtoren opgeblazen met dynamiet.

Wij gaan het nu hebben over duindieren.

De meest bekenden dieren in de duinen zijn: vossen en konijnen maar er zijn nog veel meer dieren in de duinen.
Zoals: hommels, rode mieren, koek koek, koolmees, kruisspin, hommels, eekhoorn, wesp, lieveheersbeestje, torenvalk en hagedissen.Vossen maken een hol in de duinen als ze een klein vosje is geboren  beschermen ze het hol heel erg goed.Konijnen maken ook een hol in de duinen.Ook het dierenleven in het duin is rijk en gevarieerd. Het is het domein van de konijnen die zich vooral tijdens de schemering laten zien. Ook de vos is op rustige tijden weer volop te zien in het duingebied. Door beperking van de jacht zien we de  langzaam weer in het duingebied terugkeren. Kleurrijke vlinders en rupsen kunnen 's zomers worden waargenomen.
In en rond de plassen leven groene en bruine kikkers naast andere waterdieren als kevers, wantsen, libellen en muggen.
De duin- of zandhagedis is een van de drie soorten reptielen die in de duinen voorkomen. Deze dieren zijn koudbloedig, wat betekent dat de lichaamstemperatuur afhankelijk is van de omgeving. Door in het hete zand te zonnen stijgt hun temperatuur en hun activiteit.

Even voorstellen: De Zeesterren