Hoe is de aarde ontstaan?

De aarde is ongeveer 5.000.000.000 (5 miljard) jaar geleden ontstaan uit een wolk van gas, stof en puin. Dat gas was er al heel lang. Dat ontstond toen het heelal werd "geboren". Het stof en het puin waren afkomstig van sterren.
Als een ster stopt met lichtgeven dan blijft er iets over. Bij een kleine ster is dat meestal koolstof. Koolstof is bijvoorbeeld het spul waar het staafje van een batterij van is gemaakt. Als een grote ster aan het eind van zijn leven is, dan geeft dat een verschrikkelijke explosie. Daarbij worden de grondstoffen voor steen gemaakt, maar ook goud, ijzer, koper, enz.

De wolk van gas, stof en puin begon heel lang geleden samen te trekken en daarbij ook langzaam te draaien. Het lichtste kwam in het midden terecht.
Daar ontstond de zon. Dat gas bestond voor het grootste deel uit waterstofgas. Op de aarde komt het ook voor. Vroeger werd het veel gebruikt om ballonnen te vullen, zodat die omhoog konden stijgen.
De zon werkt op waterstofgas. Kijk ook eens bij Hoe zit een ster in elkaar?
Meer van de zon af ontstonden de planeten. Het dichtst bij de zon ontstonden de planeten die voornamelijk uit steen bestaan, zoals Mercurius, Venus, de Aarde en Mars.
De planeten die daarna komen, Jupiter, Uranus, en Neptunus bestaan voornamelijk uit gas. het zijn grote gasbollen. De buitenste planeet heet Pluto en die bestaat uit een mengsel van steen en ijs. Die planeet is waarschijnlijk niet ontstaan in de buurt van ons zonnestelsel.
Wat is dat, een zonnestelsel? Wel, dat zijn de zon en de planeten en natuurlijk ook de manen die om de meeste planeten draaien.

De aarde was in het begin een gloeiende bol gesteente. Het heeft heel lang geduurd voordat zij aan de buitenkant was afgekoeld. Maar je weet: van binnen is de Aarde nog steeds gloeiend heet. Als er een vulkaanuitbarsting is, dan kun je dat nog zien.
Tot zo'n 2 miljard jaar geleden waren er behalve de zon en planeten nog heel wat brokstukken in de ruimte. Die kwamen vaak op de planeten en de manen terecht. Op de aarde kun je dat soms nog zien, maar de meeste sporen daarvan zijn nu verdwenen, door weer en wind.
Op de maan heb je geen weer en wind. Daar kun je de sporen van de inslagen van de brokstukken nog zien. De maan heeft namelijk heel veel kraters.


Hans Walrecht

index onderwerpenTerug naar de onderwerpen