Kitty Hawk

Wilbur Wright Orville Wright

In Dayton, Verenigde Staten, woonden Wilbur Wright en zijn jongere broer Orville. De jongens waren erg onderzoekend en vooral in techniek geïnteresseerd. Zij zouden uiteindelijk de grootste luchtvaartpioniers worden, terwijl ze maar een eenvoudige opleiding hadden. Ze gingen niet naar een universiteit en Orville maakte niet eens het voortgezet onderwijs af. Wilbur las veel over wiskunde. Orville las ook veel, maar was ook geïnteresseerd in andere zaken. Zoals het drukken van een eigen krant. Toen hij 17 jaar was bouwde hij een grote drukpers voor zijn krant.

In 1892 kwamen de broers, die goed met elkaar konden opschieten, een stapje in de richting van het vliegtuig, zonder dat ze het wisten. Ze hadden namelijk een paar moderne veiligheidsfietsen gekocht met ketting en wielen. Dat was veel beter dan de vélocipèdes met dat heel grote wiel. Aan het eind van het jaar hadden ze een eigen fietsenzaak. In 1896 begonnen zij hun eigen fietsenfabriek. Rond die tijd, na de dood van Otto Lilienthal, raakten ze erg geïnteresseerd in de luchtvaart. De broers lazen alles wat ze erover konden vinden. Ze deden ook zelf waarnemingen en bekeken vooral hoe vogels in balans bleven als ze door een windstoot hun evenwicht kwijt raakten. Op die manier kwamen ze op het idee om de uiteinden van de vleugels van hun vliegtuigen te buigen, zodat ze windstoten konden opvangen. Dit was dus een soort besturing. Het eerst werd het uitgeprobeerd met een vlieger. Ze waren zo tevreden met het resultaat dat ze een plek zochten voor een groter vliegtuig. Die plek vonden ze in de Kill Devil Hills bij het dorpje Kitty Hawk, aan het strand in de staat North Carolina. Die plaats was uitgekozen vanwege de wind, die altijd aanwezig was.

Het ouderlijk huis van de broers met daarvoor hun nieuwe "veiligheidsfiets". De bestuurbare vlieger. Het lijkt al een beetje op hun uiteindelijke vliegtuig

De herfst was altijd een slappe tijd voor hun fietsenfabriek, zodat ze in september 1900 tijd hadden om hun zweeftoestel te gaan testen achter het strand van Kitty Hawk. Het toestel had twee vleugels en de piloot lag voorover op de onderste vleugel, iets wat een tijd lang in al hun vliegtuigen werd gebruikt. Er werden in de herfst van 1900 vluchten gemaakt van 90 tot 120 meter. Eind oktober braken zij hun tenten af en gingen naar huis.

De winter daarop maakten ze plannen voor een verbeterd zweeftoestel en in juli 1901 kwamen ze in Kitty Hawk terug. De fabriek werd geleid door hun meest ervaren monteur, Taylor. In Kitty Hawk werd nu een houten schuur gebouwd.

Het toestel had een grotere vleugel en de vorm van de vleugel was ook veranderd. Ook was er een hoogteroer aan toegevoegd, zodat het nu hoger en lager kon vliegen. Het toestel zweefde goed, werd gerepareerd na een verkeerde landing, maar was erg gevoelig voor de besturing. Er klopte iets niet. De broers begonnen te twijfelen aan de berekeningen van Otto Lilienthal. De winter gebruikten ze om onderzoek te doen met een windtunnel. Die was al in 1870 uitgevonden, maar niemand deed er iets mee tot Orville en Wilbur allerlei proeven deden met vleugelmodellen. Die windtunnel was een houten koker met een ventilator ervoor. De ventilator maakte een flinke luchtstroming, zodat de vleugels gingen "vliegen". Door een venstertje konden ze de vleugel zien en verder konden ze de draagkracht van de vleugel testen. Draagkracht is de kracht waarmee de vleugel omhoog wil gaan als er wind overheen strijkt. Ze ontdekten dat de beste vleugel lang en smal moest zijn.

In augustus 1902 kwamen ze in Kitty Hawk terug. Hun toestel was breder, had een beter hoogteroer en bovendien had het voor het eerst een staart. Het zweven ging goed, maar het toestel maakte soms verraderlijke draaibewegingen, waarbij een vleugel teveel omlaag ging en soms het zand raakte. Een keer werd het volledig vernield. Maar zoals altijd hadden ze het weer heel snel gerepareerd.

Wilbur en Orville gingen door en maakten al een vlucht van 165 meter in de tijd van 25 seconden.Toen besloten de broers om eens een beweegbare staart te proberen. Dat heet nu bij moderne vliegtuigen het richtingsroer. Op 24 oktober maakt Wilbur de eerste bocht naar rechts! Ze hadden na drie jaar studeren en experimenteren alle andere onderzoekers overtroffen. Ze waren zelfs zo vol zelfvertrouwen dat ze in het jaar 1903 een eerste gemotoriseerde vlucht wilden gaan maken.

 

 

 

Terug Terug 

Verder

English version - main page