KIJKWIJZER
VOOR DE BASISVORMING VOORTGEZET ONDERWIJS
Wat ga je doen?
Je krijgt een voorwerp.
Pak het vast en bekijk het goed. Lees de kijkwijzer aandachtig door.
Maak de vragen.
Weet je het antwoord niet? schrijf dan niks op.
Als je in een groepje werkt kun je de vragen verdelen maar ook gezamenlijk aan de antwoorden werken.
Vragen
Hoe ziet het voorwerp eruit?
1 Welke kleur heeft het?2 Hoe ruikt het?
3 Hoe klinkt het?
4 Hoe groot is het?
5 Waar is het van gemaakt?
6 Is het compleet?
7 Is het beschadigd, of zie je slijtage?
8 Is het gerepareerd?
Hoe is het voorwerp gemaakt?
9 Is het met de hand gemaakt, of met een machine?10 Uit hoeveel delen bestaat het?
11 Hoe zitten de onderdelen vast?
Waarvoor is het gemaakt?
12 Hoe is het gebruikt?13 Wordt dat nu nog zo gedaan?
Waarom is het voorwerp zó ontworpen?
14 Sluit het ontwerp goed aan bij het doel?15 Zijn de meest geschikte materialen gebruikt?
16 Is het versierd? zo ja, hoe?
17 Vind je het mooi?
18 Denk je dat andere mensen het mooi vinden?
Waar komt het voorwerp vandaan? en hoe oud is het?
19 Hoe oud is het denk je?20 In welk land is het gemaakt?
21 Wie was (of is) de eigenaar?
Wat is de waarde van het voorwerp?
22 Wat is (of was) de waardevoor de mensen die het maakten?23 Wat is (of was) de waarde voor de mensen die het gebruikten?
24 Wat is de waarde voor de mensen die het nu bewaren
25 Hoeveel geld is het nu waard?
26 Wat is de waarde voor jou?
Schrijf de antwoorden in je schrift.
Zet bovenaan om welk voorwerp het gaat.
Zet vóór ieder antwoord het nummer van de vraag.
Terug naar het overzicht |