Een bezoek aan het ECN, 1975
Dit bezoek vond in december 1975 plaats. Ik
werd rondgeleid door de heer W. de Groot, de vader van Anita de Groot, in
mijn toenmalige klas.
Ik schrijf hieronder in de tegenwoordige tijd, maar het is zo lang geleden dat het in feite vooral verleden tijd, en dus geschiedenis zal zijn. Andere tijden...
In de koepel bevindt zich de Hogeflux Reactor. Een kernreactor
dus. In die reactor worden
voortdurend Uranium 235 (235U) atomen gesplitst in twee kleinere kernen.
Hierbij komen neutronenstraling en energie (=warmte) vrij. Wikipedia:
|
|
De koepel met de Hogeflux Reactor. | De regelkamer. Het is 1975, dus nog geen beeldschermen! |
Een tekening van de reactor met het buizensysteem
voor koelwater, maar ook radioactief water voor experimenten, zoals de scheepsreactor. Van onder naar boven: het regelmechanisme, de afdichtingen en daarboven het reactorvat met de splijtstof- en regestaven. |
Een kopie van het reactorvat. |
De kopie van binnen. Onderaan is het hart waar de
staven in komen. In het midden boven is de buis is de buis waardoor experimenten in het rek geplaatst kunnen worden. |
De heer De Groot heeft hier een splijtstofstaaf die
hij boven het stavenplan houdt. Behalve splijtstofstaven met Uranium 235
zijn er ook regelstaven. Het stavenplan is op ware grootte. |
Een model op ware grootte van een experiment voor
grafietbestraling met thermokoppels (om de temperatuur te meten) en verwarmings- elementen. Dit experiment gaat in een vierkante staaf met ronde opening. |
Dit is een houder voor diverse experimenten en een
rekje voor kortstondige bestralingen, dat voor de opening van het reactorvat wordt geplaatst. |
De deur naar de ruimte waar de reactor staat
opgesteld. Dit is een sluis. Op de achtergrond is er nog een. De sluis is nodig omdat er in de reactorruimte een onderdruk heerst. Dus de druk is daar lager dan buiten. Mocht er straling vrijkomen, kan die niet naar buiten blazen. |
Dit is de reactor. Het hart van de
installatie. Men moet hier een witte jas dragen en rondom het bassin zelfs oversloffen. |
Een kijkje in het bassin. We kijken bovenop het
reactorvat.De blauwe straling is een direct gevolg van het afremmen van fotonen in het water. Het heet Tsjerenkov straling. Het water heeft een temperatuur van 55 graden Celsius. De reactor heeft een vermogen van 25 Megawatt, zodat er veel koelwater nodig is. |
Het koelwater komt uit het Noord-Hollands kanaal en
via warmtewisselaars wordt het water in het bassin gekoeld. Het koelwater komt niet in contact met het radioactieve water. Voor de kust komt dat weer in het zeewater terecht. Je ziet bij die uitlaat vaak meeuwen, want het water is warm. Ik heb ooit met een geigerteller geconstateerd dat het water niet radioactief is. Uiteraard... |
De opening van het reactorvat. Hier worden
korstondige bestralingen uitgevoerd. |
Experimenten met radioactief water. De kranen worden
met handschoenen bediend. De kranen zelf zitten in hermetisch gesloten kasten met eigen luchtafzuiging. |
Hier is nog zo'n ruimte met gloveboxes. | Experiment met neutronenstraling. Uit de pijp kan
straling komen als er een betonnen plaat wordt weggeschoven. |
Achter deze deur staat het model van de
Nederlandse scheepsreactor. Allerlei onderdelen worden hier getest. |
De heer de Groot wijst in dit model van de reactor
naar de buis waarin het radioactieve water komt. In een scheepsreactor wordt water zo heet door de energie van de kernreactor, dat er stoom ontstaat. Die stoom drijft turbines aan die het schip voortbewegen. In de elektriciteitscentrale te Borsele gebeurt hetzelfde, maar daar zijn de turbines verbonden met |elektrische generatoren. En op een veel grotere schaal natuurlijk. |
Onder de reactor bevindt zich het mechanisme dat de
regelstaven op- en neer beweegt. Dit staat voortdurend te draaien. In een noodgeval kunnen de staven ontkoppeld worden van het mechanisme, zodat ze naar beneden vallen. De kenreactie wordt dan meteen gestopt. |
Er is ook een sluis voor grote
onderdelen. Die is groter dan de personeels- sluis. |
De splijstofstaven gaan lang mee, maar ze raken eens
uitgeput. Toch blijft het daarna hoog-radioactief afval. In containers van lood, met een gewicht van 10 ton worden die afvalstoffen opgeslagen en vervoerd naar een opslag of opwerkingsfabriek. |
Na een bezoek aan de "koepel" moet je
jezelf onderzoeken met een geigerteller om te zien of je al dan niet besmet bent met radioactieve straling. Overal in de koepel staan trouwens meters die reageren bij een straling hoger dan één millirem. Er gaat dan een rode lamp branden. |
Hans Walrecht, 2013 | Zie de website http://www.hansonline.eu/ |