Een bezoek aan het KNMI, 1979
Dit bezoek vond op donderdag 4 januari
1979 plaats. Het was een excursie van de Helderse vereniging voor
sterrenkunde "Zenit". Die excursie ging bijna niet door, want op dinsdag 2 januari viel er een dik pak sneeuw en het verkeer reed de rest van de week langzaam. We besloten met de trein te gaan (Ja, dat was toen nog de beste optie, het materiaal en de mensen waren van staal!). Onderweg zagen we de wegen aan ons voorbijtrekken en wisten we dat we een goede keuze hadden gemaakt. Op die dag werden we ingeleid door de heer Harry
Otten, die toen nog bij het KNMI werkte. Later richtte hij Meteoconsult op
en was ook nog een tijd presentator van het weer. Donderdag 4 januari was een prachtige dag, zoals uit de dia's blijkt. Ik houd hieronder de tegenwoordige tijd aan, hoewel deze beschrijving alweer een stuk geschiedenis is. Ergens hieronder wordt gesproken over een "plotje". Dat is een verzameling tekentjes die informatie geven over:
En dat is allemaal uit dit kleine plotje hierboven te ontrafelen. Zie ook hieronder de link naar een Wikipedia pagina. En uiteraard hadden we een ontzettend interessante dag. Ik heb er nog vaak aan gedacht. Vandaar deze pagina!
|
|
De dag begon met het vullen van een waterstof ballon die later de weersonde omhoog zou brengen. | Waterstof is brandbaar en explosief, dus het vullen vindt in een apart gebouwtje plaats, ver van de kantoren |
Het hoofdgebouw met daarop de buienradar. | De ballon wordt nog steeds gevuld. |
De weerballon wordt naar buiten gedragen... | ...en in de wind geplaatst |
De slappe ballon is nu los. Eronder hangt een parachute en daaronder
weer een radarbaken. Het radarbaken dient om de ballon te kunnen volgen. Hiermee is de windrichting en de hoogte van de ballon te bepalen. Dit is de 12.00 uur sondering. Om middernacht volgt er nog een. Elk land doet dit, dus gezamenlijk krijgen de meteorologen een goed inzicht in de weerstoestand op een bepaald moment. |
Onder het baken hangt de kleine weersonde. Op 17-25 km hoogte is de
ballon zo uitgezet dat hij explodeert. Alles komt dan weer op aarde terug. Er is een vindersloon voor de sonde. Tijdens de vlucht worden gegevens over temperatuur, vochtigheid en luchtdruk verzameld. Een vlucht duurt een tot twee uur. |
Dit is de televisiekamer. De opstelling die we hier
zien is een zwarte bak met daarin verlichting en op de bodem ligt een weerkaart. De camera erboven neemt deze kaart via een spiegel op. Die kaart wordt live naar de studio doorgezonden, waar hij onderdeel wordt van het weerpraatje. |
Dit is het beeld dat naar de journaalstudio gezonden wordt. Wij hebben de kaart een beetje verdraaid en inderdaad was dat 's avonds in het acht uur journaal te zien! |
Een weerhut, zonnestraling meter,
regenmeter, zonuren meter met inbrand strookjes en vooraan een windsnelheidsmeter. |
Facsimile apparatuur. Internet bestond nog niet, dus
weerkaarten van andere weerstations op de wereld werden via de kortegolf of telefoonlijnen ontvangen en met een schrijfpen op papier gezet. De pen beweegt van links naar rechts en bij elke nieuwe lijn wordt het papier iets doorgedraaid. Wat dat betreft doet het wel weer aan een inkjetprinter denken. |
Dit is de telexkamer. Alweer: er is nog
geen internet. De telexen zijn printers die in een 5-teken code de letters
ontvangen en die worden net als bij de oude typemachine met lettertjes door een inktlint op papier getikt. |
Dit is een apparaat om een facsimile te
versturen. De kaart zit op een op een draaiende trommel gespannen. Een fotocel beweegt op een rail langs de trommel. Na elke omwenteling schuift hij een stukje op. Licht en donker worden in pieptoontjes omgezet en aan de andere kant van de lijn weer met een pen op papier gezet. Weerfoto's (en ook nieuwsfoto"s) werden zo ook verspreid. In dat geval werd er foto materiaal gebruikt, vanwege de grijstinten. (Zo'n twintig jaar geleden kon je weerkaarten nog
ontvangen via bijvoorbeeld de kortegolfzenders Bracknell in
Groot-Brittannië en Offenbach in Duitsland. |
Een computer plotter. Ze bestaan nog steeds voor
technische tekeningen e.d. Hier worden de "plotjes" op de kaart gezet, waarmee de meteorologen de weersverwachting kunnen opstellen. Nu is dit noeste handwerk door de computer overgenomen. |
Nog eens de computer plotter. De kaart
is voorgedrukt. Het gaat allen om de plotjes, die in zwartwit gemaakt worden. |
De (toen) nieuwe buienradar met bijbehorende apparatuur/ | De plotkamer. De geplotte weerkaarten worden hier
bekeken om er een weersverwachting mee op te stellen. |
Een geplotte kaart met de weersverwachting. Zulke
kaarten kennen we nog steeds van het weeroverzicht. |
De apparatuur van lichtplatform Goeree. Dat is een
platform met vuurtoren, zo'n 30 km voor de kust van Hoek van Holland. Omdat het heel handig is ook op zee waarnemingen te kunnen doen, is daar ook apparatuur om allerlei weermetingen te kunnen doen. Die gegevens worden draadloos naar de bovenstaande apparatuur gestuurd. |
Weer een plotter. De weersonde die we
rond 12.00 zagen opstijgen heeft gegevens uitgezonden die hier geplot zijn op kettingpapier. Zo te zien zou het een weergave van de temperatuur kunnen zijn. |
Twee gegevens worden niet door de sonde zelf gemeten:
de windsterkte en de windrichting. Daarvoor dient de radarreflector onder de ballon. Met deze radar kan men zien hoe snel de sonde zich van het KNMI af beweegt. Dat geeft een idee van de windsnelheid. De radar kan ook zien hoe hoog de sonde zweeft. Immers, je weet de afstand tot de reflector maar ook de hoek waaronder de radar de reflector t.o.v. de aarde ziet. Dan is de juiste hoogte gemakkelijk uit te rekenen. Deze gegevens, te samen met de gegevens van de sonde zelf, maken het mogelijk om te zien op welke hoogte welke gegevens doorgestuurd werden. |
Dit is zo'n weersonde. Een Finse nog
wel. Om hem lichter te maken en tevens te isoleren is de behuizing van
piepschuim. Ik heb er een die uitzendt in de 27 MHz band. (Maar wel buiten het bereik van de "bakkies"). Een sonde kostte in 1979 200 gulden en de ballon 40 gulden. Als je er een vond (en vindt... want sondes worden nog steeds gebruikt) kun je hem terugsturen naar het KNMI. Meestal komen ze in zee terecht en dan zijn ze wel erg verwoest als je aanspoelen. Overigens is het KNMI per januari 2013 gestopt met
de 12.00 sonderingen. |
|
Hans Walrecht, 2013 | Zie de website http://www.hansonline.eu/ |