(terug naar de anekdotes)

Hans Walrecht

Wat flarden en herinneringen...

Als ik terugdenk aan de PedAc dan herinner ik mij alleen maar leuke dingen. De tijd maakt alles natuurlijk langzamerhand mooier, maar ik heb toch heel wat kunnen lachen. Er zijn van die beelden die je altijd bijblijven. Het was in de tijd van een bekende reclame slogan van de Libelle. Cees Bakker, die toch eigenlijk wel een aardig iemand was, is mij het meest bijgebleven in een situatie waarin hij werkelijk twee gezichten had. Ik zat recht voor hem en op zeker moment, het zal wel weer rommelig zijn geweest, vroeg hij getergd: "Zo, wie deelt hier nu de lakens uit?" Waarop Herman Vries ogenblikkelijk zei" "Libelle deelt de lakens uit". Het gezicht van Cees keek met een helft boos en met de andere lachte hij. Ongelooflijk.
En er waren natuurlijk ook wat flauwe dingen. Lex Stam werd vaak gewaarschuwd. En Cees lispelde een beetje dus " Zo Lex!" klonk als "Solex". Open doel natuurlijk, voor ons.

En dan Buyn. Ik moet met schaatswedstrijden wel eens aan hem denken. Ik droeg in die tijd een colbertje, wat ik later nooit meer heb gedaan. Maar daar kon je van alles in verbergen. Dus zat ik bij de weinig interessante lessen van Buyn naar het schaatsen (Ard en Kees!) te luisteren. Radiootje in de binnenzak en het draadje voor de oortelefoon door de mouw. Ik zat wel aan de raamkant, natuurlijk. Een wapenfeit van Buyn (had die man wel een voornaam?) vergeet ik nooit. Hij was weer eens een keer zo boos dat hij riep: "Ga allemaal naar de WC en trek jezelf door". Dat eerste deden we, dat laatste natuurlijk niet. Dat zou zonde zijn geweest van een schitterende carrière...

En dan Zwart, onze blokfluit leraar. Aardige man. Veel te aardig. Pas veel later ontdekte ik hoe goed hij eigenlijk was, maar dat wilden we toen niet zien.

Ja, onze twee klassen waren wel anders. De "ouderejaars" waren nog van een ander slag. Die droegen vrijwillig colbertjes. Waren ook veel ernstiger. Ik vraag mij af wat er van hen allemaal terecht gekomen is. Het volgende tekent de situatie wel. Op het allereerste schoolkamp kregen wij vragen voorgeschoteld, waarvan er een luidde: "Waarom gaan jullie het onderwijs in?" Laat nu een groot gedeelte van ons ingevuld hebben: "Vanwege de vakanties!". Nou, dat was de eerste confrontatie met Möller, want de ouderejaars konden niet wachten en gaven dit resultaat meteen via de telefoon door.  Er zouden er nog meer volgen. Ik herinner mij ook nog de spannende dag dat wij in het restaurent van V&D aan het onderhandelen waren over onze terugkomst naar school, nadat wij en masse van school gestuurd waren. Natuurlijk zouden wij weer terug mogen komen, al was het alleen al door de marktwerking. Leg je bestuur maar eens uit dat je zo maar 40 studenten van school stuurt.

Tja, Möller, Herr "P.G." Möller. Wat een vreselijke vent. Wist het allemaal zo goed, maar zijn zoon stal uit de scheikundekast op school. Ik zou zo niet een onaardiger iemand voor de geest kunnen halen. Hij was ook racistisch. Hij heeft -net als bij zovele anderen denk ik- een paar keer geprobeerd om mij van school te krijgen. Dat is hem mooi niet gelukt. Maar bij het verplichte hand schudden na de diploma-uitreiking kon hij het niet nalaten om te zeggen "Gefeliciteerd fotograaf". 
Ik heb er altijd rekening mee gehouden op het eind te moeten uitwijken naar Alkmaar of Haarlem.
Maar in een van mijn eerste invalweken op de Thijsseschool kwam hij op kweekbezoek en brandde een kwekeling volledig af. Toen heb ik hem teruggepakt. Heerlijk!

Ik was gek op geschiedenis, maar door Möller heb ik toch in plaats van de specialisatie geschiedenis voor handenarbeid gekozen. En daar heb ik zeker geen spijt van gehad. Cornelis Dral was een leraar van de oude stempel die je de liefde voor het vak bijbracht. En het werken met klei heb ik altijd heel leuk gevonden. Net als het bord schrijven, ha ha.

Irene Maas noemt dat ook in haar dagboek. Ik moest opeens in een tweede klas van Margreet Wardenaar kweken en had mij nog niet kunnen bekwamen in het methodische handschrift. Ik schrijf trouwens nog steeds lelijk...

Maar het geval wil, dat Herr Möller net op bezoek kwam, en die ontplofte bijna. Had hij dat maar gedaan. Kortom, Dral kreeg op zijn kop en iedereen kon aan de extra lessen bord schrijven. Dral omschreef de reden van deze extra lessen aan de klas en keek speciaal mij daarbij wat lachend aan. Hij had ook een hekel aan Möller, dat was duidelijk.

Dan juf de Geus. Zij was een goede vakvrouw en heeft ons veel geleerd. Hoewel ik het ontleden van die enorme zinnen van professor De Vooys wel eens teveel van het goede vond. Zelfs als zij een straf(je) gaf, was dat nog intelligent uitgevoerd. Zoals als het voor straf uitvoeren van Valerius' gedenkklank. Ik ben een aantal jaren geleden nog eens bij haar langs geweest. Dat kwam via de aannemer die ons huis in Sint Pancras verbouwde. Zijn Roemeense vrouw had accentloos  Nederlands geleerd van een oud kweekschool juf in Koedijk. Bleek dat juf de Geus te zijn, die toen nog in het kleine huisje aan de dijk woonde. En en passant had zij zichzelf maar Roemeens geleerd...
Een bijzondere vrouw!

Jack Ambriola heb ik nog vaak gezien. Een voorbeeld van iemand die leuke lessen kon geven en geen probleem had met orde. Velthuis herinner ik mij vooral van de humor tijdens de les en de sinterklaasfeesten bij hem thuis. En dat hij een keer weg liep bij de repetitie "elektriciteit" Wat kreeg ik het toen druk met het beantwoorden van vragen. 
En dan de grijze muizen, Suus en Elling. Die Elling toch, die kon drie weken geen les geven omdat wij zijn dictaatschrift hadden verstopt. En Suus wist het allemaal ook niet zo. En dan dominee van der Sluis, die zo apart zijn kevertje stuurde. Ik kwam er later alleen als hij kunstgeschiedenis gaf, meestal net voor een vakantie.

O ja, juf Dekker... Ik vond die toneelstukken wel leuk en als ik Scrooge op  TV zie zie, moet ik altijd aan de tijd denken dat we dat samen aan het lezen waren. Ik heb er wel veel aan gehad bij het Engels, Frans en Duits. Dat ik mij in die laatste twee talen ook kan redden, komt zeker door haar. En zij had altijd wat te repareren. Dus dat zij die bandjes in de les kon blijven gebruiken op haar Grundig, danken jullie aan mij!

En dan zijn er namen die mij niets meer zeggen. Zo noemt Irene de naam Riekwel... Of heb ik die niet gehad? En Jos Steegstra, ook iemand om snel te vergeten.

En ik vergeet in elk geval nooit de feesten. Regelmatig werd er onder de les gevraagd wie wilde meehelpen met opbouwen. En ik was altijd vrijwilliger. Ik verveelde mij ook vaak tijdens de les. Het was efficiënter om het thuis even na te lezen.
De feesten op school waren altijd bijzonder. Daar denk ik met veel plezier aan terug.
Bij het opsporen van de oud-klasgenoten kwamen er ook heel veel herinneringen boven. En ook door het dagboek van Irene Maas. Veel gebeurtenissen waaraan ik heel lang niet meer heb gedacht. Knap hoor, het is toch al die jaren gewoon ergens blijven zitten.

Dan de filmcommissie, met John van der Steen, Rinus Volkers, Bert Heuvelman en ik. Met duivels genoegen bedachten we vooraf de "act" op maandagmorgen, als er vrijdagavond weer een film kwam. Een keer verscheen de kop van Herr Möller voor het gat van de poppenkast, omdat de show te lang duurde; de lessen moesten beginnen.... Hij kreeg een tik van Jan Klaassen (ik dus). Gelach in de kuip.
Jack Ambriola vroeg Bert en mij om eens iets te doen om de pauzes van de reciteerwedstrijd op het lyceum op te leuken. We zijn een halve paasvakantie bezig geweest om een geluidsband samen te stellen en hadden toen te weinig tijd om nog met poppen in de poppenkast te oefenen. We namen heel veel materiaal mee om ter plekke de acties bij het geluid te verzinnen. Dat was spannend, maar niemand heeft iets van gemerkt, omdat het geluid erg hard stond. Wij lagen trouwens dubbel in die poppenkast en vlak voor ons werden serieuze gedichten opgelezen.

Terugkijkend, heb ik ontzettend veel lol gehad op de PedAc. Vijf jaar, van 1966 t/m 1971. Veel algemene ontwikkeling, maar behalve het "kweken" (wat een raar woord eigenlijk), was de opleiding toch niet erg gericht op de praktijk. Wat dat betreft waren de ervaringen in de eerste twee jaar voor de klas een betere leerschool.
En als ik over het niveau moet oordelen: het was veel, maar niet moeilijk. Ik denk dat het de gemakkelijkste HBO opleiding was die er bestond. Maar om de waarheid te zeggen, al die jaren voor de klas waren ook qua inhoud niet moeilijk. Er was wel vaak veel werk. Ook hier weer: veel, maar niet moeilijk. Ik heb wel eens gekscherend geroepen dat het beroep leraar geen intellectuele uitdaging is.

En hoe ging het verder met Hans?

Nou, het is toch nog goed gekomen!
Ik begon meteen na de diploma uitreiking met het werken bij de bakker. Brood rondbrengen voor Strabo. Dat was wel leuk werk (en het levert ook nog 6 euro pensioen op, per jaar ;-)). In september  besloot ik toch maar eens om mij op de invallijst te laten zetten. Tot half november 1971 ben ik constant aan het invallen geweest. Toen ging ik in  militaire dienst, tot maart 1973. Dat was ook een heel leuke tijd. Zeker voor mij, want ik werd chauffeur. Daar had ik zelf op aangestuurd en tot mijn grote verbazing ging alles in dienst precies zoals ik het zelf graag wilde! Meestal vervoerde ik officieren en andere vracht. Als ik ze na de lunch ophaalde voor weer een ritje, zat ik in een wolk van drank. Die Russen wisten het niet, maar ze hadden Nederland na de lunch kunnen veroveren, want de hele militaire top was lam na de middag.
Ik ben heel vaak in Duitsland geweest. In Blomberg kwam ik Lex Stam nog eens tegen, als sergeant bij de luchtmacht.
Voorjaar 1973 vroegen ze mij in Ermelo of ik wilde blijven als chauffeur, maar het betaalde te weinig. ( zie ook https://www.hansonline.eu/artikelen/soldaat_van_nederland.pdf )

Maar een lol dat ik gehad heb! Moet je je voorstellen, je komt als volslagen vreemde in een gemeenschap en niemand kent je. Door mijn baantje was ik toch een soort cowboy die elke dag op pad was, terwijl de rest van onze groep de kazerne nooit af kwam overdag. Als studie psychologie was die tijd heel interessant. Zoals gezegd, ik kon mijn eigen lot heel erg beïnvloeden. Aan die leerschool heb ik nog heel veel gehad!

In het voorjaar van 1973 ging ik weer verder met invallen en er zat geen werkloze dag tussen. In de zomervakantie van 1973 werd ik gebeld door Arie de Groot van de Tuindorpschool of ik langdurig wilde invallen.
Tijdelijk werd vast, en ik heb er 27 jaar gestaan. Tot ik er genoeg van had, omdat er door ruzies een splijting in het team ontstond. Toen twee jaar De Dijk en van 2000 - 2007 op de Strandjutter. Vanaf 1990 ben ik steeds meer betrokken geraakt bij gebruik van ICT in het onderwijs, schreef artikelen daarover en kwam daardoor ook terecht in de bovenschoolse ICT coördinatie voor alle openbare basisscholen. Op de Strandjutter kwamen daar de (Europese) projecten bij. Voor het eerste project werden wij gevraagd, de andere schreef ik zelf en werd automatisch coördinator. (Als je meer wilt weten: https://www.hansonline.eu/about_hans.htm ) En ik ben daardoor vaak in het buitenland geweest. Met dank aan Gerard Oeljee, die als directeur achter de deelname aan projecten stond.
In 2007 ging Gerard met de VUT en werd het tijd om weer heel iets nieuws te starten. Ik ben nu full time ICT coördinator op De Alk in Alkmaar (een ZML school) en als aanvulling heb ik een vergelijkbare job in Zaandam. Sinds 2000 heb ik eigenlijk niet meer voor de klas gestaan, maar heb heel vaak in projectgroepen gewerkt met de kids.