De Maan
De maan is net zo oud als de Aarde. Vijf miljard jaar dus. Net als de Aarde is hij ontstaan in de grote gas- en stofwolk waaruit ook de zon en alle planeten zijn ontstaan.
Hoe dat is gebeurd kun je ook zien bij Het ontstaan van de Aarde
Sommige geleerden denken dat de Maan uit de Aarde is losgerukt. De plaats waar dat gebeurd zou moeten zijn, is de Grote Oceaan. Eigenlijk weten we het niet zeker. Het is in elk geval wel zo, dat de Maan in de buurt van de Aarde is ontstaan. Dat blijkt bijvoorbeeld uit bepaalde stoffen, die op de Aarde in dezelfde verhouding voorkomen als op de Maan.
Toen ons zonnestelsel pas was ontstaan, zweefden er veel steentjes en grote brokken door de ruimte. Zo'n twee miljard jaar geleden werd dat langzamerhand minder.
Op de Maan zie je veel 'kraters'. Dat zijn plekken waar lang geleden die grote en kleine brokken zijn ingeslagen.
Vaak zie je echter ook 'gladde' gedeelten op de Maan. Die gebieden zijn nieuwer. Dat klinkt natuurlijk een beetje raar, want de hele Maan is wel vijf miljard jaar oud!
Ik bedoel hiermee, dat het oppervlak van de Maan minder dan twee miljard jaar geleden veranderd is. Dat kan gebeurd zijn door heel grote inslagen, waarbij het gesteente op de Maan over een heel groot gebied is gesmolten. De kraters die er al waren zijn als het ware uitgewist.
Nog steeds komt er af en toe een stuk steen uit de ruimte op de Maan terecht. Zo'n stuk steen maakt dan weer een nieuwe krater in het gladde gedeelte.
Als je 's avonds naar de Maan kijkt, lijkt het net, of je een gezicht kunt zien. Dat komt door de donkere vlekken op de Maan. Die donkere vlekken zijn gebieden waar het oppervlak erg glad is. Dat zijn dus van die 'nieuwe' gebieden, waar zopas over vertelde.
Die gebieden noemt men ook wel 'zeeën'. Zo heb je bijvoorbeeld de 'Zee der Stilte' (of
Mare Tranquilitatis in de taal van de sterrenkundige)
Die delen van de Maan zijn zwaarder dan de rest. Daarom trekt de Aarde met haar zwaartekracht meer aan die gedeelten dan aan de rest van de Maan.
Daardoor komt het, dat de Maan altijd dezelfde kant aan ons laat zien!
De meeste manen in ons zonnestelsel (want bijna elke planeet heeft manen) zijn klein in verhouding tot de planeet waar ze bij horen. Bij onze Maan is dat niet zo! Die is juist erg groot vergeleken bij de planeet waar hij bijhoort (de Aarde dus).
Sommigen spreken dan ook wel eens van een stelsel met twee planeten, een dubbelplaneet dus.
De Maan heeft geen atmosfeer. De ruimtevaarders die er rondgelopen hebben moesten dan ook ruimtepakken aan hebben. Daarin zat de lucht die ze nodig hadden om in te ademen.
De Maan is uitgebreid onderzocht door die astronauten. In totaal zijn er twaalf op bezoek geweest. De eerste twee op 21 juli 1969 en de laatste twee in december 1972.
Bij elkaar hebben ze ruim driehonderd kilo maansteen meegenomen naar de Aarde. Die gesteenten zijn maar voor een deel onderzocht. Het grootste gedeelte is veilig opgeborgen voor onderzoek in de toekomst. Het is wel zeker dat we in de toekomst dingen willen onderzoeken, waar we nu nog niet aan denken. En eventjes teruggaan naar de Maan zit er voorlopig niet in...
Hans Walrecht
Terug naar de onderwerpen