Het begin van de ruimtevaart

Als je aan ruimtevaart denkt, dan denk je meteen aan raketten.
Raketten zijn eigenlijk vuurpijlen, maar dan heel groot. Kijk voor de werking van een raket ook eens bij 'Hoe vliegt een raket?
Meer dan 4000 jaar geleden werden er al vuurpijlen gebruikt om de Chinese mandarijn Wan Pu met zijn stoel omhoog te brengen. Dat vertelt de legende ons tenminste. Het lukte Wan Pu inderdaad om de lucht in te gaan en niemand zag hem ooit meer terug.
Toch was hij niet in de ruimte. Die begint zo'n 100 kilometer boven de Aarde.

Vuurpijlen en pioniers

Vuurpijlen als raketten zijn sinds die tijd heel vaak gebruikt. Soms alleen voor het plezier van de mensen, want vuurwerk is mooi. Vaak werden ze ook gebruikt door de legers. Zo'n tweehonderd jaar geleden gebruikten soldaten al raketten die met hun brandende kop een stad in brand konden schieten.
De 'echte' ruimtevaart hebben we te danken aan een aantal pioniers.

Tsiolkovsky
De Rus Konstantin Tsiolkovsky bijvoorbeeld (1857-1935) mag je best 'de vader van de ruimtevaart' noemen. Al in 1898 schreef hij, dat je voor de ruimtevaart geen vuurpijlen moest gebruiken, maar echte raketten. Die raketten moesten dan werken op vloeibare brandstoffen. Ook bedacht hij, dat twee of drie raketten aan elkaar veel beter werkten dan één grote raket.

 (afbeelding: de Saturnus V, een drietrapsraket)
Hij had dus al het idee van de drietrapsraket. Alle raketten zijn tegenwoordig twee, drie, of zelfs viertrapsraketten. Om te starten gebruik je de grootste eerste trap. Als de raket sneller gaat, en de brandstof van de eerste trap is op, wordt die afgestoten en de tweede trap gaat verder. Die hoeft dan niet zoveel gewicht mee te nemen. Als de tweede trap leeg is, neemt de derde het over en het gewicht is dan nog lager.
Geen gek idee van meneer Tsiolkovsky. In 1903 had hij alle berekeningen in een boek opgeschreven, dat vreemd genoeg pas in 1923 uit kwam.
Toen dat boek uitkwam, raakten veel Russen enthousiast voor de ruimtevaart.

Goddard
De Amerikaan R.H. Goddard (1882-1945) Zijn belangrijkste boek over de techniek van raketten verscheen in 1919. Hij heeft in zijn leven heel veel uitvindingen gedaan, die later erg belangrijk waren voor de bouw van raketten.
Goddard was de eerste die een raket op vloeibare brandstof bouwde èn lanceerde. Dat was op 16 maart 1926. Die raket werkte op zuurstof en kerosine en kwam maar 13 meter hoog. Later kwamen zijn raketten veel hoger.
De proefnemingen betaalde hij vaak uit zijn eigen zak.
In Duitsland was het dr. Herman Oberth (geboren in 1894) die berekeningen deed en ook experimenten uitvoerde. Dat deed hij samen met mensen van een rakettenvereniging.
In 1931 had deze groep al 100 proeflaneringen uitgevoerd. Men had hier heel veel van geleerd.
Een van de mensen die erg eenthousiast raakten door de lanceringen was Wernher von Braun.

V-2
Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werkte Von Braun aan de V2 raket, de eerste echte raket ter wereld. Die raket was bedoeld om Londen te bombarderen. Von Braun had alleen interesse in de bouw van de raket. Dat daarmee mensen gedood zouden worden kon hem kennelijk niets schelen.
Toen de Tweede Wereldoorlog was afgelopen, namen de Russen en de Amerikanen alle raketgeleerden uit Duitsland mee. Ook namen ze een flink aantal V-2 raketten mee. Voor de Russen en de Amerikanen was dat het begin van de ruimtevaart.
(Hiernaast de V-2)

Von Braun
De Amerikanen hadden van de groep Duitse raketgeleerden ook Wernher von Braun meegenomen. Hij kreeg geen straf van de Amerikanen, want ze konden hem veel te goed gebruiken. Von Braun heeft veel Amerikaanse raketten ontworpen. De bekendste en grootste is de gigantische Saturnus V raket, die Amerikanen naar de Maan heeft gebracht. Kijk hiervoor ook eens bij 'Op de Maan'.

Duizend bommen en granaten!
Bij de bouw van de raketten was in de jaren na de oorlog nog steeds een bezigheid van de militairen. In de tijd waren Amerika en Rusland nu niet bepaald vrienden van elkaar. Het was de tijd van de 'Koude Oorlog'.
Men bedreigde elkaar met atoombommen en de raketten waren nodig om die atoombommen naar elkaars landen toe te brengen.
Geld speelde helemaal geen rol en de raketten werden snel groter en beter.
Langzamerhand begon men de raketten ook te gebruiken om proeven mee te doen. Er werd bijvoorbeeld een filmcamera in gemonteerd, of men installeerde meetinstrumenten in de top van de raket.

Neuskegels
Later kwamen er dieren in te zitten. Met instrumenten aan boord kon men dan meten of die dieren het naar hun zin hadden en hoe de vlucht invloed had op hun lichaam.
De meeste proeven met raketten waren eigenlijk boogvormige vluchten. Die worden ook wel ballistische vluchten genoemd. Er werd bijvoorbeeld een raket afgeschoten in Amerika en duizenden kilometers verderop komt het puntje van zo'n raket, de neuskegel, weer aan een parachute terug naar de Aarde.

Kunstmaan
De Russen waren de eersten die een kunstmaan in een baan om de Aarde konden brengen. De Amerikanen schrokken daar erg van en wilden zo snel mogelijk ook hun kunstmaan in de ruimte brengen. Want dit betekende immers dat de Russen wel heel sterke raketten moesten hebben.
Wel, dat was ook zo. De Russische raketten waren nog veel sterker dan de Amerikanen toen vermoedden.
Met de lancering van de Russische Spoetnik op 4 oktober 1957 begon de 'ruimte-race' tussen Amerika en Rusland.
Uiteindelijk leidde dat tot de landing van de eerste mensen op de Maan, in juli 1969.
Kijk voor meer informatie bij:

index onderwerpenTerug naar de onderwerpen

(c) 1996 - 2005