De Lange Jaap
De Lange Jaap is de vuurtoren van Den Helder. Het
licht in de toren werd voor het eerst op 1 april 1878 aangestoken.
Een vuurtoren is een baken voor de scheepvaart. Met het licht kun je aangeven
dat daar de kust is, of de ingang van een haven. Al heel lang geleden waren er
vuurtorens waar gewoon takken bovenop een stenen toren verbrand werden. De
Brandaris op Terschelling is nog zo'n toren. Later kwamen er echte lichten.
De Lange Jaap ± 1975. Het licht brandt al. De weg is de "kluft" over de dijk naar Huisduinen. Er staat ook nog geen radar op het dak. | De stenen toren uit 1822. Die stond op fort Kijkduin. (Zie ook de foto in deel 3b | De Lange Jaap in 2003. Hier kun je goed zien dat de toren niet rond is, maar 16-kantig. |
Onze eerste vuurtoren stond bij Kijkduin (nog voor het fort Kijkduin daar stond). Het licht van deze toren kreeg men door hout en kolen te verbranden. In 1822 moest er een nieuwe toren komen en die werd midden op Fort Kijkduin gebouwd, want dat fort was toen al klaar. De verlichting bestond uit 26 olielampen, met elk een reflector (een holle spiegel). Op 29 oktober van dat jaar brandde het licht voor het eerst en het was op ongeveer 10 km. afstand nog te zien. In 1853 werden deze lampen vervangen door een ander type met een lenzenstelsel. Een lens heeft hetzelfde effect als een reflector: het versterkt de lichtstraal in één richting. Deze ronde stenen toren was ongeveer46 meter hoog en stond ook nog bovenop een duin.
In 1878 was de nieuwe vuurtoren, later de
"Lange Jaap" genoemd, klaar. De nieuwe plek was iets ten noorden van
Fort Kijkduin en het ontwerp was van hoofdconstructeur Q. Harder. Het licht werd op 1 april van dat jaar
voor het eerst aangestoken.
In dat jaar was de gloeilamp nog maar pas
uitgevonden en die was zeker niet geschikt voor een vuurtoren. De eerste lamp in
de vuurtoren was een Argandse lamp, zo genoemd naar zijn uitvinder. Dit
was niets anders dan een olielamp met een ronde pit, en een holle ruimte in het
midden. De olielamp had stilstaande lenzen. In 1903 werd dat licht vervangen door een draaiend
lenzenstelsel, zodat de lichtbundels konden draaien, net als tegenwoordig. Dat
lenzenstelsel dreef in een ronde bak met kwik, omdat het dan erg licht kon
draaien met behulp van een uurwerk. (Kwik is een vloeibaar metaal, waar
bijvoorbeeld een stalen kogel bovenop blijft drijven).
Ook toen al had de Lange Jaap een schitterlicht.
Dat betekent dat het langer donker is dan licht. (Er zijn ook vuurtorens met onderbroken
licht. In dat geval is het langer licht dan donker). In 1903 had onze
vuurtoren 2 schitteringen in 10 seconden en het licht was op 36 km nog te zien.
In 1912 kwam er een verbeterde lamp en in 1924
kwam er voor het eerst elektrisch licht. Al deze verbeteringen zorgden ervoor
dat het werk voor de vuurtorenwachter steeds gemakkelijker werd en bovendien
werd het licht steeds sterker.
In 1940 werd het lenzenstelsel door de
Duitse soldaten vernield en de vuurtoren kon vijf jaar geen licht meer geven.
Dit werd gedaan vanwege de verduistering. Iedereen moest in die tijd zijn ramen verduisteren, want
licht wees de Engelse en Amerikaanse bommenwerpers de weg. Dus een vuurtoren
mocht zeker niet meer branden. Het heeft trouwens nog maar weinig gescheeld of
de bezetters hadden de vuurtoren opgeblazen met dynamiet.
In 1945 werd er een noodverlichting geplaatst en in 1949 was het nieuwe lenzenstelsel klaar: 4 schitteringen in 20 seconden. Het licht is tegenwoordig op 54 km te zien.
In de jaren zestig zag een vuurtoren lamp er nog zo uit. Heel groot en 4200 Watt. | In 1980 waren de grote lampen vervangen door een serie moderne "Xenon" lampen. Je ziet hier een aantal op een draaischijf. Als een lamp uitvalt, draait er automatisch een nieuwe naar het midden van het lenzenstelsel. |
Halverwege de jaren zestig werd de bak met kwik vervangen door een groot kogellager. Toen was men ook af van het spatten van het kwik. De bovenkant van de Lange Jaap beweegt bij een stevige storm wel 1 meter heen en weer! Ook in die tijd heeft er tijdelijk een noodlicht aan de westkant van de toren gehangen.
De toren zelf is nog steeds de hoogste vuurtoren van Europa, met een hoogte van 63,75 meter. Hij is gebouwd van gietzijzeren platen met een opstaande kant, zodat ze aan elkaar geschroefd konden worden. Op de foto hiernaast zie je een gedeelte van een vloer, maar het geeft een goed idee van de platen. Het schijnt dat Lange Jaap op een stapel koeienhuiden staat. Dat verklaart misschien waarom de toren bij storm heen en weer beweegt.
De toren is
niet rond, maar heeft 16 kanten. omdat de toren schuin afloopt, is elke ring
weer iets anders. Ook zijn ze verspringend gemonteerd, zodat het resultaat eruit
ziet als steenwerk. Alle platen zijn van gietijzer en dat betekent dat ze
(als gesmolten ijzer) gegoten zijn in een vorm van zand. Dit werk is gedaan door
de ijzergieterij Penn en Bauduin in Dordrecht. Ik meen dat de toren daar ook eerst
is opgebouwd en
vervolgens weer uit elkaar gehaald en op zijn tegenwoordige plaats gezet.
Gietijzer is bros. Dat betekent dat het snel breekt, net als steen. Het
roest echter niet zo gemakkelijk, zodat dat wel weer een voordeel is. Bovendien
zijn gietijzeren producten snel en gemakkelijk te maken. Uiteindelijk is er
506.100 kg. gietijzer voor de toren gebruikt en de mensen die hem op zijn plaats
in elkaar hebben geschroefd, moesten 21.446 kanten aan elkaar zetten met bouten.
Soms scheurt er wel eens een bout en dat geeft dan een flinke knal. De naden
tussen de gietijzeren platen zijn gedicht met ijzercement (een mengsel
van kalkmortel en ijzervijlsel). Daardoor is de toren goed waterdicht.
Er zijn 17 verdiepingen in de toren en die zijn verbonden met rondgebogen
trappen. Het lopen op die ijzeren trappen maakt een flink kabaal!
Kort geleden is de toren gerestaureerd. Er waren gietijzeren panelen gescheurd
en die problemen heeft men nu opgelost.
Na 1950 is de Lange Jaap ook nog een tijd
belangrijk geweest voor de ontvangst van televisie in Den Helder. In die jaren
hadden we 1 programma, dat werd uitgezonden door de toren bij IJsselstein (ten
zuiden van Utrecht). Televisiegolven gaan tot de horizon, en dat was net iets te
kort voor Den Helder. De ontvangst was heel slecht. Toen werd er (ik denk rond
1959) een antenne op de vuurtoren geplaatst en het programma werd doorgegeven
door middel van een kleine zender (op kanaal 10, voor de liefhebbers). Zodoende
konden Den Helder en Texel toch televisie kijken (zie hieronder).
Ongeveer in 1965 kwam daar "Nederland 2" bij. Dat werd niet
doorgegeven door de Lange Jaap en dus moesten de Heldenaren "kapitein
Zeppos" bekijken op een lelijk, sneeuwerig beeld. Daar kwam verandering in
toen eind 1966 de zendmast in Wieringen klaar was. Toen kregen wij eindelijk ook
goede beelden.
Nu, in 2003 zijn vuurtorens eigenlijk helemaal niet meer nodig. Met de moderne GPS navigatie-ontvangers weten de schippers precies waar ze zich bevinden. Toch zou ik het licht van de Lange Jaap niet willen missen en ik hoop dat dit monument nog heel lang blijft staan.
Van de heer Bakker uit Soest kreeg ik een stukje en krantenfoto over de Lange Jaap als televisiezender:
Met genoegen las ik het stukje over de vuurtoren huisduinen. Van de tv zendantenne; ontvangst kanaal 4 Nederland 1 , en uitzenden kanaal 10 heeft u hier de foto van de beide antenne's Deze komt van oorsprong uit de Schager Courant van lang geleden. Deze Frequentiewisselaar op de Lange Jaap schakelde in als het signaal van Lopik , kanaal 4 in de lucht kwam. De PTT verbood uitzenden van reclame in die tijd, maar zond zelf per ongeluk via deze frequentiewisselaar de tandpasta en zeepreclames uit van de Italiaanse zender op kanaal 4 die dan soms bij atmosferische condities doorkwam en de zender op kanaal 10 inschakelde. Ook was er wel eens een kwajongen die met een zelfgemaakt transistor-testbeeldzendertje op kanaal 4 de frewentiewisselaar zender op kanaal 10 inschakelde en zo de noordkop van een beeld voorzag, als technisch grapje. Bijgaand de foto van de Lange Jaap , uitgerust met de antennes van de frequentiewisselaar van de PTT , met rechts een tweevlaks ontvangantenne voor Lopik , Kanaal 4 en links de zendantenne's welke op kanaal 10 het tv-signaal van Nederland 1 over de noordkop verspreidde.
Hans Walrecht
Terug naar deel 3c |