Op de maan
Op 21 juli 1969 stapte de eerste mens op de Maan. Dat gebeurde
natuurlijk niet zomaar. Daar ging een hele geschiedenis aan
vooraf.
Kijk voor 'Het begin van de ruimtevaart eens
bij de pagina die daarover gaat.
Wil je weten hoe een raket werkt, kijk dan eens bij 'Hoe vliegt een raket?'
Gagarin
Op 12 april 1961 waren het de Russen die als eersten een mens in
de ruimte brachten. De kosmonaut, want zo noemen de Russen hun
ruimtevaarders, Joeri Gagarin maakte een vlucht van 108 minuten
om de Aarde. Hij was daarbij één maal om de Aarde gevlogen.
De Amerikanen wilden ook heel snel een mens in de ruimte brengen,
maar hun raketten waren nog niet sterk genoeg.
Shepard
De eerste Amerikaanse astronaut in de ruimte was Alan Shepard.
Hij maakte slechts een ballistische vlucht. Dat is een
raketvlucht waarbij de capsule op enige duizenden kilometers weer
terug op Aarde komt. Die vlucht van Shepard was op 5 mei 1961. De
Amerikanen waren heel enthousiast. Twintig dagen later, op 25 mei
1961 kondigde de Amerikaanse president John F. Kennedy aan, dat
er binnen tien jaar Amerikanen op de maan zouden staan.
Dat was een vreselijk gewaagd plan, want vlak voor de vlucht van
Alan Shepard vielen de raketten nog geregeld uit de lucht, als ze
tenminste al zover kwamen!
Niemand geloofde dat, maar acht jaar later stonden er inderdaad
Amerikanen op de Maan. Hiermee werd wel bewezen, dat als geld
geen rol speelt, er heel veel kan. Tegen de tijd dat de eerste
Amerikanen op de Maan landden, waren er 400.000 mensen betrokken
bij de ruimtevaart. Dat was erg veel.
De tweede astronaut in de ruimte was 'Gus' Grissom. Pas de derde
Amerikaanse ruimtevaarder, John Glenn, maakte een vlucht om de
Aarde. Zijn capsule stond bovenop een nieuwe grote raket, de
Atlas.
Na hem kwamen de astronauten Carpenter, Shirra en Cooper. Cooper
maakte de laatste vlucht in de eenpersoons 'Mercury capsule op 15
mei 1963.
De Russen zaten ondertussen niet stil. Zij maakten al vluchten
van vele dagen en hadden ook al hun eerste kosmonaut een
'wandeling' in de ruimte laten maken. Een wandeling in de ruimte
betekent gewoon dat de ruimtevaarder zijn pak aantrekt en door
het luik van de capsule naar buiten zweeft, aan een stevige lijn.
De Russen deden nogal geheimzinnig over hun vluchten, terwijl de
Amerikanen juist erg open waren. Je kwam bijna alles te weten
over de Amerikaanse vluchten. Daarom richten we ons vooral op de
Amerikanen.
Gemini
Na het Mercury project kwam het 'Gemini' programma. Gemini
betekent tweeling. De Gemini capsules waren ook bedoeld voor twee
astronauten. Deze capsules werden gelanceerd met de nieuwe,
sterke Titan raket.
Het Geminiproject moest ervaring opleveren die men kon gebruiken
bij een reis naar de Maan.
De eerste Geminivlucht startte op 23 maart 1965. Aan boord waren
de astronauten Grissom en Young. Er werden tot 11 november 1966
tien vluchten gemaakt met de Gemini capsules. Elke vlucht leverde
weer nieuwe kennis op. In december 1965 ontmoetten de Gemini 6 en
7 elkaar in de ruimte. Dit was een belangrijke oefening voor de
latere maanlandingen. De bemanning van Gemini 7 bleef bijna twee
weken in de ruimte. Dat was om te zien, of mensen wel zolang in
de ruimte zouden kunnen leven. Ook dat was belangrijk, want de
maanvluchten zouden bij elkaar ook wel zolang kunnen duren.
De vlucht van Gemini 8 was heel kort, slechts tien uur. De
commandant van deze capsule, Neil Armstrong, moest een koppeling
in de ruimte maken met een Agena rakettrap. Plotseling begonnen
de capsule en de rakettrap heel snel rond te tollen. Armstrong
speelde het klaar, om uit deze grote problemen te komen. Daarom
werd hij drie jaar later aangewezen om als eerste mens op de Maan
te stappen.
In november was het Gemini programma afgelopen. Ondertussen was
men al bezig met de bouw van de Apollo capsule. Dit was een
driepersoons ruimtevaartuig dat de astronauten naar de Maan moest
brengen.
Ranger
Tot dusver heb ik alleen geschreven over de mensen in de ruimte.
Bij het hele maanprogramma waren ook onbemande ruimtevaartuigen
nodig. Want hoe zag de maan er eigenlijk van dichtbij uit?
Het eerste project dat de Amerikanen opzetten om de
Maan van dichtbij te bekijken was het project 'Ranger'.
De Rangers waren kleine ruitevaartuigjes met twee zonnepanelen en
een televisiecamera aan boord. Ze moesten met deze camera foto's
maken die dan meteen naar de Aarde werden geseind.
Enkele dagen na de lancering waren de Rangers bij de maan en
sloegen dan op zeker moment te pletter, maar ondertussen lieten
de laatste foto's die er genomen waren de maan wel van héél
dichtbij zien.
De Rangers 1 t/m 6 mislukten allemaal. Ze kwamen soms niet eens
verder dan een baan om de Aarde, of ze misten de maan op grote
afstand. Ranger 6 kwam heel dicht bij het doel, alleen weigerde
de televisiecamera op 32 km boven het oppervlak van de Maan. Dit
succesje had NASA, de Amerikaanse ruimtevaart organisatie, wel
nodig. Er waren al plannen om het geld terug te vragen.
De Rangers 7, 8 en 9 waren een groot succes.
Hiernaast zie je twee foto's die zijn gemaakt door de Ranger 7. Na het
maken werden ze meteen uitgezonden naar de Aarde. De vlucht ging te
snel om alles op een recorder op te slaan. Dat had toch geen zin, want het eind
van de vlucht was een crash op het maanoppervlak. Hiernaast is iets grappigs te
zien. De bovenste foto werd genomen vanaf een hoogte van 1070 meter en de
onderste van 519 meter. Na het maken van de foto's werd begonnen met het
doorseinen naar de Aarde. Dat is niet helemaal gelukt. Op de foto's zijn zwarte
banden te zien. Die stukjes van de foto's zijn niet meer uitgezonden omdat de
Ranger al op de Maan was neergestort.
Surveyor
Hierna was het tijd voor een nieuw project. Er zouden zachte
landingen gemaakt worden op de Maan. Dit project heette
'Surveyor'.
Behalve een aantal instrumenten was er ook weer een
televisiecamera aan boord. Sommige Surveyors hadden graafarmpjes.
De eerste Surveyor landde op 2 juni 1966. Dat was in Nederland 's
morgens op de televisie te zien.
Van de 7 Surveyor vluchten mislukten er maar twee en het project
was dus een groot succes. Een ding was zeker. De Maan was stevig
genoeg voor een landing en er waren niet al te veel grote
rotsblokken. De laatste Surveyor landde op 10 januari 1968 op de
Maan.
Lunar Orbiter
Daarna moest de de maan nog uitgebreid in kaart worden gebracht.
De Lunar Orbiter (LOR), zorgde hiervoor. Deze LOR was een
satelliet die in een baan om de Maan werd gebracht. De Lunar
Orbiters bleven maandenlang om de Maan cirkelen, tot ze zo laag
kwamen, dat ze op de Maan insloegen. Dat moest ook wel, want als
ze nog zouden rondcircelen als de eerste mensen op de Maan zouden
landen, dan leverde dat gevaar op.
Aan boord van de Lunar Orbiter waren twee heel goede camera's.
Ook was er veel film aan boord. Deze film werd aan boord
ontwikkeld met een speciale ontwikkelfilm die tegen de fotofilm
werd gedrukt.
Als de film was ontwikkeld en gedroogd, dan werd hij met een heel
fijn lichtstraaltje 'gescand'. Dat leverde elektrische
signaaltjes op die naar de Aarde werden gestuurd. Daar kon men de
signaaltjes omzetten in grote foto's van 50 bij 150 centimeter.
Al die foto's bij elkaar leverden een heel goede atlas van de
Maan op.
De eerste LOR werd op 10 augustus 1966 gelanceerd en de laatste op
1 augustus 1967. Alle vijf de Lunar Orbiters waren een groot
succes en maakten bij elkaar meer dan tweeduizend foto's.
Apollo
Ondertussen had men met de Apollo capsule grote pech.
In januari 1967 waren de astronauten de Apollo 1 capsule aan het
testen, terwijl die bovenop de Saturnus raket stond. Plotseling
brak er brand uit in de capsule en de astronauten Grissom, White
en Chaffee overleefden dit helaas niet. Dat was een grote
tegenslag.
De ontwerpers van de Apollo capsule moesten weer opnieuw naar de
tekentafels om heel veel veranderingen in de capsule aan te
brengen.
De raketten die speciaal voor de maanvluchten waren gebouwd
hadden meer succes. De grote Saturnus V (vijf) die met zijn
lengte van 110 meter de grootste raket was, die ooit gebouwd
werd, bleek een groot succes. Ook de kleinere uitvoering daarvan,
de Saturnus 1B werkte goed. Die kleine uitvoering werd gebruikt
om sommige Apollo capsules te testen.
In november 1967 werd de eerste Apollo capsule gelanceerd op een
Saturnus V raket. Dit was de onbemande Apollo 4. Apollo 5 en 6
waren ook onbemande vluchten.
Op 11 oktober 1968 werd Apollo 7 gelanceerd, nu voor het eerst
met astronauten erin. De capsule was nu veilig geworden.
Mensen bij de Maan
Apollo 8 was de eerste vlucht die
mensen heel dichtbij de Maan bracht. Ze vlogen op de Maan af,
daarna cirkelden ze tien maal om de Maan heen en vervolgens
vlogen ze weer naar de Aarde terug. Deze vlucht was op de t.v. te
volgen en maakte veel indruk. De Apollo 8 vlucht was de tweede
van de Saturnus V.
Apollo 9 was weer een vlucht dichtbij de Aarde. In een baan om de
Aarde werd de maanlander, de LM, getest. De Apollo capsule en de
LM vlogen op zeker moment een heel eind van elkaar af en daarna
koppelden ze weer. Dat was natuurlijk een oefening voor de reis
naar de Maan.
Apollo 10 ging weer naar de Maan. Alles leek op een maanvlucht,
behalve de landing. Op 16 kilometer boven met Maanoppervlak
keerde de LM weer terug naar de Apollo capsule. Het was al mei
1969.
Apollo 11
Op 16 juli 1969 startte Apollo 11, met aan boord de astronauten Neil
Armstrong, Buzz Aldrin en Michael Collins.
Alles ging perfect en op 21 juli 1969 stapte de
eerste mens op de Maan. Neil Armstrong zei: 'Dit is een kleine
stap voor een mens, maar een grote voor de mensheid'.
In november van datzelfde jaar vond de vlucht van Apollo 12
plaats.
Men zegt wel eens dat '13' een ongeluksgetal is, maar bij Apollo
13 klopte dat wel. De lancering op 11 april 1970 verliep goed,
maar toen de astronauten Jim Lovell, John Swigert en Fred Haise
op weg naar de Maan waren, ontplofte een deel van het
dienstencompartiment. Achter de Apollocapsule zat namelijk een
grote koker met daarin een raketmotor en ook tanks met zuurstof.
Een van de zuurstoftanks was ontploft en dankzij de LM konden zij
in leven blijven.
Door erg zuinig te zijn met de energie aan boord van de LM hebben
de astronauten het allemaal gered. In 1995 is er een mooie film
van uitgekomen: 'Apollo 13'.
De oplossing voor het probleem met Apollo 13 was niet zo
ingewikkeld en 5 februari landde Apollo 14 op de Maan. De
astronauten liepen al wat verder bij de LM vandaan en hadden
daarvoor een soort boodschappenkarretje om de instrumenten mee te
nemen
Op 30 juli 1971 en 21 april 1972 landden Apollo 15
en 15 op de Maan. De gebieden waar men naar toe vloog waren al
veel minder vlak dan bij de Apollo 11 vlucht. Voor het eerst was
er ook een maan-jeep meegenomen. Dat was een elektrische jeep
vier wielen van een soort gaas.
De laatste Apollovlucht, nummer 17, startte op 11 december 1972.
Deze vlucht werd uitgebreid op de televisie getoond. In kleur nog
wel.
Daarna was het voor de rest van deze eeuw afgelopen.
Bij elkaar hebben er 12 mensen op de Maan rondgelopen en hebben
ze bijna 400 kilo maansteen meegenomen. Al met al hebben de
geleerden heel veel van de reizen naar de Maan geleerd. Het heeft
ook veel gekost natuurlijk.
De Russen hadden in de tussentijd kleine onbemande elektrische
maanwagentjes laten rondijden. Ook hadden ze enkele keren een
Luna lander naar de Maan gestuurd om stukjes maangrond op te
graven en naar de Aarde te sturen. Dat was wel goedkoper, maar
toch.... Er zijn MENSEN op de maan geweest!
(c) 1996 - 2005