Ruimtevaarders
In 1961 werden de eerste mensen in de ruimte gebracht door Rusland en Amerika. Die landen hadden genoeg geld en genoeg knappe mensen om een raket te kunnen bouwen.
Dieren
Voordat de eerste Rus, Joeri Gagarin, en de eerste Amerikaan,
Alan Shepard, in de ruimte werden gebracht hadden beide landen al
proeven gedaan met dieren aan boord van ruimtecapsules. Honden
bijvoorbeeld, of apen.
Die dieren overleefden het verblijf in de ruimte zonder
problemen.
Tegenwoordig zijn er er Nederlanders in de ruimte geweest, of
Japanners, Chinezen, Fransen, noem maar op.
Toch zijn het nog steeds twee landen die deze mensen in de ruimte
brengen: Rusland en Amerika.
De Russen gebruiken nog steeds capsules om mensen de ruimte in te
brengen. De Amerikanen gebruiken na de Apollocapsules de Space
Shuttle. Kijk ook eens bij 'De Maan'
Space Shuttle
De Space Shuttle is een ruimtevaartuig dat na de vlucht
terugkeert naar de Aarde. Bijna alles dat de ruimte ingestuurd
wordt, is weer opnieuw te gebruiken. Alleen de grote
brandstoftank, die bruin van kleur is, raakt verloren.
Aan boord van de Space Shuttle is veel leefruimte en bovendien is
er het grote vrachtruim, waarin een ruimteaboratorium gezet kan
worden, maar ook een grote satelliet. In dat laatste geval is de
Space Shuttle eigenlijk een soort vrachtwagen.
Bij de start van een raket, dus ook de Space Shuttle, gaat alles
heel erg snel. In negen minuten tijd bijvoorbeeld is de stilstand
van de Space Shuttle veranderd in een snelheid van 27.000
kilometer per uur!
Door die versnelling wordt je heel erg in je stoel gedrukt. Je
lichaam moet daar tegen kunnen.
Gezond
De astronauten worden daarop getest en uitgezocht. Je moet ook
gezond zijn. Het is een groot probleem als een astronaut ziek zou
worden in de ruimte, want dan moet de ruimtevlucht afgebroken
worden en dat kost geld, heel veel geld.
(afbeelding: de Command Module en de Service
Module van een van de Apollovluchten)
Een lancering is best angstig. De raket maakt verschrikkelijk
veel herrie en je hele lichaam trilt van top tot teen. Ook moet
een ruimtevaarder in kleine ruimten zitten en daar kunnen sommige
mensen ook niet tegen. Een astronaut of kosmonaut (zo heten ze in
Rusland) moet daar wel tegen kunnen.
Natuurlijk is een ruimtevaarder geen toerist, dus je moet ook nog
iets doen voor de kost. Het gaat daarbij vaak om erg moeilijke en
lastige karweitjes. Dat kan ook niet iedereen. Op sommige
karweitjes moeten de ruimtevaarders wel meer dan een half jaar
oefenen. Vaak oefenen ze in een diep zwembad, want daar zweef je
ook een beetje, net als in de ruimte.
Al met al is net dus niet zo gemakkelijk om ruimtevaarder te
worden.
De opleiding van een ruimtevaarder kost ook veel geld. Elke
nieuweling moet wennen aan de gewichtsloosheid, zoals je die ook
in de ruimte hebt. Daarvoor gebruiken ze een vliegtuig dat steeds
met een boog door de lucht vliegt. Eerst omhoog en dan steil
omlaag. Op die manier ben je even een halve minuut gewichtsloos.
Hij (of zij) moet ook een speciaal ruimtepak op maat hebben. Dat
kost ook veel geld.
Toch zijn er sinds 1961 honderden astronauten of kosmonauten in
de ruimte geweest.
Misschien ben jij er in de toekomst ook wel bij!
(c) 1996 - 2005