Deel 1b Van eiland tot vasteland
Het dijktype van krebbingen en paalhoofden heeft lang stand gehouden. Dat zij tenslotte moesten verdwijnen was niet de schuld van de zee, maar aan een nieuwe vijand: de paalworm. Omstreeks 1700 werd dit boorschelpdier opgemerkt. Het kon de palen helemaal doorboren, zodat ze als dijkbescherming waardeloos werden.
In 1733 werd voorgesteld de
glooiingen van de dijken met keien klipstenen te bedekken, niet
alleen het gedeelte boven de waterlijn, maar tot op de bodem. In
1749 werd besloten dit langs de gehele noordkust (waarbij ook dus
de Helderse Zeewering) te doen, waar tot voor kort strand had
gelegen.
In 1774 was deze dijk in deze (bijna tegenwoordige) vorm klaar en het is geen wonder dat men
toen deze dijk met trots "Kapitale Helderse
Zeewering" noemde.
Huisduinen bestaat al veel langer
dan Den Helder en in de geschiedenis van onze stad speelt dus dat eerste Huisduinen een rol. Zoals je
eerder gelezen hebt, hield het vasteland op hij Pethem bi der Zipe. De
belangrijkste noordelijkste "stad" op dat land was
Schagen. Ten noorden van Pethem bi der Zipe. lagen vier eilanden
(waddeneilanden) en wel: Ketelduun, 't Oghe, en het
Eylandt van Huysduijnen met Oghduijnen (de latere
Donkere Duinen).Deze gebieden waren vroeger slechts
waardevol als jachtgebied en voor de strandvonderij. De weinige
bewoners moesten ongetwijfeld een harde strijd om het bestaan
voeren.
Hoe groot was nu dat oude
"Eiland Huisduinen"? Als we proberen de grenzen terug
te vinden blijkt dat aan de zuidzijde niet zo moeilijk te zijn.
Bij "Duinoord" aan het begin van het pad naar
het strand, vinden we het einde van de Zanddijk waar deze
aansluit op de bestaande duinenrij. De grens lag dus daar en
loopt verder langs de rand van de Donkere Duinen. Omdat nu de
duinen bij Huisduinen ophouden is het moeilijker de oostelijke
grens vast te stellen. Als je van het tegenwoordige dorp
Huisduinen uitgaat, heeft de grens in de Middeleeuwen als een
gebogen lijn om het tegenwoordige Fort Erfprins heengelopen. Ten
oosten van deze lijn vinden we dan lager gelegen weilanden, die
waarschijnlijk al heel vroeg werden ingedijkt en al tot het
Middeleeuwse Huisduinen behoorden.
Het oude eiland was dus niet zo
groot. Maar we moeten ook niet vergeten dat er zowel aan de
noord- als aan de westzijde grote stukken door de zee zijn
verzwolgen. In 1552 bijvoorbeeld, tijdens de Sint
Pontiaansvloed werd er zo'n vijftien meter duin weggeslagen.
In dat jaar bestond het gehucht Helder
(of Hellere) al, dat omstreeks 1500 is ontstaan. Het lag
echter niet op de plaats die wij nu als "oude Helder"
kennen, maar in het gebied dat nu buiten de dijk ligt -dus in
zee.
Huisduinen telde toen 112 huizen. In 1570 sloeg het noodlot opnieuw toe: tijdens de Allerheiligenvloed spoelde een honderdtal huizen op het eiland weg, waarbij de bewoners een goed heenkomen zochten op duinen die meer landinwaarts lagen. Hoeveel de afslag bedroeg laat het kaartje zien.
De gele lijn is de kustlijn van
1572
De zwarte lijn is de kustlijn van nu
1 Eerste kerk van Huisduinen
2 Tweede kerk van Huisduinen
3 Eerste kerk van Den Helder
4 Tweede kerk van Den helder
Ten zuiden van Huisduinen, bij de Groote Keeten, ontbraken de duinen zodat het vloedwater over een drempel (een zandbank) in het erachter gelegen "Buitenveld" stroomde. Dit werd door de steeds verdergaande inpolderingen aanleiding tot het leggen van de Oldenbarnevelds dijk in 1610. Deze dijk bezweek in 1666 en werd toen door de meer binnenwaarts gelegen Zanddijk vervangen. Die ligt er nog steeds. Je rijdt erover als je achter de duinen langs van de Donkere Duinen naar Julianadorp rijdt. Hieronder zie je een kaart uit 1604, waarop de Oldenbarnevelds dijk nog niet te zien is.
Een stukje uit de "Nova descriptio Comitatus Hollandia" uit 1604: "Niewe beschrijvinge des Graefschaps van Hollandt". Het westen is boven. Links zie je de Zijpepolder, rechts het eiland Huijsduijnen. Er is nog geen dijk tussen het vasteland en het eiland. Het Nieuwe Diep is wel te zien. Het is een diepe geul in een waddengebied. Kinderen uit Julianadorp zullen zeker de naam "Drooghe weert" kennen! (kaart: UVA Amsterdam). |
Doordat in 1597 de Zijperpolder op de zee was gewonnen, behoorde na het leggen van de 0ldenbarneveldsdijk het Eiland Huisduinen voorgoed tot het vasteland van Noord-Holland.
Het vloedwater kon niet meer door de zuidelijk gelegen gaten naar binnen stromen; wel stroomde het toen nog door het Marsdiep naar binnen en daarna over het Buitenveld zoals het Koegras nu ook nog wel wordt genoemd. Maar aan de westkant was een stevig bolwerk tegen de zee tot stand gekomen.
Op deze kaart uit 1641 (met het zuiden boven) zie
je de Oldenbartneveldsdijk, die Huisduinen met het vasteland verbindt. Om de
"Le Mairs Polder zie je een dijk, tegen hoog water. Links daarvan zie je
"De Harsenen". Dat was een zandplaat. Later is op de kop van dit
eiland een fort gebouwd, en tegenwoordig staat hier het havenkantoor op "Harsens-eiland".
De naar Harsens is waarschijnlijk afkomstig van het woord Horsens waarin het
woord hors zit, dat zandplaat betekent.
Boven de Le Mairs Polder" zie je een dijkje ("Kleyne Sandt Dyk") naar
Quelkring. Ik heb mij laten vertellen dat de school "De Dijk" hierdoor
aan zijn naam is gekomen.
Iets hoger op de kaart zie je "Koegras". De naam zegt het al, hier
graasden koeien. Tenzij het erg hoog water was.
Verder zie je ook "t Nieuwe Landt en 't Oude Landt". Daar ligt nu het
oude centrum van Den Helder. Daarboven zie je een groot duingebied. In wat
daar van over is, liggen de Donkere Duinen.
Moeilijke woorden:
krebbingen: rijen
zware palen op korte afstand voor de wierriem (met wierzoden versterkte
dijk)
glooiingen: schuin aflopend gedeelte (van een
dijk)
waterlijn: tot waar het water komt
ingedijkt: om een stuk land dat bij hoog
water onderloopt, wordt een dijk gelegd; zodoende blijft je achter de dijk
droog. Natuurlijk moest het regenwater met molens opgepompt worden.
binnenwaarts: meer naar het land, dus van de
zee af
bolwerk: een plek waarachter je beschermd bent
Terug |